Nieuwsbrief 28 |
Nieuwsbrief 29 als pdf |
Nieuwsbrief 30 |
Register van de Nieuwsbrief |
Startpagina van de Nieuwsbrief |
Startpagina van de Apriana |
Nieuwsbrief nr. 29 ISSN 1386-6451 | juli 2007 - 14e jaargang nr. 2 |
INHOUD : |
Nieuws van de redactie | Ton Kleppe & Roger Schenk |
(Gast)column: De glazen bol van La Paraquita revisited | Foeke Zeilstra |
Winchester Model US 1917 | Rudy H.G. Koster |
Bidprentjes | Marie-José van den Hout |
Brief aan Martin Ros | W.H.M. van den Hout & John Beringen |
Een computer met gevoel voor humor | Marie-José van den Hout |
Verslag van de eerste Dag van de Jeugdhelden | Roger Schenk |
Bob Evers en zijn beide geestelijke vaders | Roger Schenk |
Column: Onder het vergrootglas (nieuwe serie 2) : Slapstick | Geerten Meijsing |
35 jaar Bob Evers Genootschap!
Op 6 december 2007 bestaat het Bob Evers Genootschap op de kop af 35 jaar. Op zondag 9 december a.s. zal dit heuglijke feit gevierd worden in Amsterdam.
Het dagprogramma zal enkele daverende verrassingen bieden, maar een belangrijk onderdeel van het programma wordt hieronder alvast aangekondigd door Ton:
Spectaculaire veiling van unieke boeken op 9 december 2007
Wij kunnen u alvast informatie verstrekken over een onderdeel van het veel omvattende dagprogramma van 9 december 2007 te Amsterdam.
In de loop van die dag op een nu nog geheime, maar later bekend te maken locatie in Amsterdam, zal de boekencollectie van Peter de Zwaan worden geveild.
Hieronder zijn enkele uiterst zeldzame boeken en de meeste boeken verkeren in nieuwstaat.
De boeken die door Peter de Zwaan zijn geschreven zijn door hem gesigneerd.
Topstukken voor de veiling zijn de drie Zuid-Afrikaanse delen:
Avonture in die Stille Suidsee
Drie Seuns op n Onbewoonde Eiland
Die Stryd om die Goudskip.
Verder noemen wij nog de in plastic verpakte hardcovers Omnibus I en II (4x) en de eveneens nog in plastic verpakte exemplaren van de speciale jubileumuitgave van deel 50 (3x).
Verder De aanval der Atoompiraten (2x) in nieuwstaat, De roof van de Sabijnse maagden, De smokkelvaart van de Maia (2x), Bob Evers hardcovers met en zonder stofomslag, enz. enz., te veel om op te noemen. In totaal ruim 100 boeken, voor elck wat wils. Het zijn lang niet allemaal dure boeken; wij zorgen ervoor dat een aantal boeken voor zeer redelijke prijzen kunnen worden aangekocht. Alles gaat weg!
Alleen deze veiling is al voldoende reden om op 9 december naar Amsterdam te gaan...
... maar waar moeten we zijn en hoe komen we daar?
Om 11 uur zal het dagprogramma een aanvang nemen, en wel in het bekende, zowel ooit door Willem van den Hout als heden ten dage door diens zoon Paul gefrequenteerde Café De Oude Wester, Rozengracht 2, 1016 NB Amsterdam. |
November 2005. Een Fries waart door Port of Spain. Het voetbalelftal van Trinidad en Tobago wordt getraind door Leo Beenhakker. Sterspeler is Dwight Yorke. Het doel: kwalificatie voor het WK 2006, die zomer in Duitsland. Het is nog steeds warm en vochtig in Trinidad. Ik ben door een voetbalblad gevraagd die dekselse Beenhakker te interviewen vlak voor de beslissende play off tegen Bahrein. Ik logeer in kamer 204 op de eerste etage van het indrukwekkende, uit witte steen opgetrokken Queens Park Hotel. Het uitzicht is adembenemend. Voor het hotel ligt de Parade Ground, een prachtige grasvlakte waar parades worden gehouden.
Telefoon. Don Leo: Zeg Zeilstra, genoeg in dat grote bad gewenteld, dat interview doen we in mijn stamkroeg. Ik zie je over een uur in Coquillo. Neem maar een taxi. Ik bel af.
Goeie manager, dacht ik, naar buiten lopend. Geen woord teveel, helder, concreet, niet gezellig. Taxi! Een blauwe Cadillac komt met horten en stoten tot stilstand. Do you know a café called Coquillo? De chauffeur, net lekker op gang, stopt met gierende remmen. Me no go there. De reden blijft onduidelijk. Na enig geharrewar maken we het af op afzetten in de buurt van Coquillo. Het is geen erg voorname buurt: de straatjes zijn nauw, kronkelend en gloeiend heet. Zwijgende tronies loeren argwanend naar onze Cadillac. Eerlijk gezegd ziet dit stuk Port of Spain er uit of er een contingent gediplomeerde halsafsnijders huist. Vreemde smaak heeft die Leo, dacht ik. Of houden ze hier alleen van vechtsport of cricket en kan hij er rustig een biertje drinken zonder over voetbal te hoeven praten?
Het geluid van Bill Haleys Shake, Rattle and Roll wordt luider en luider. Het komt uit een knalrood geverfd café op een hoek. Er ligt een blanke vent in een ligstoel, ogen gesloten, een baard van een paar dagen en een voetbalshirt aan. Biertje onder handbereik. Met moeite herken ik Leo Beenhakker, top coach. Leo, wat doe je hier? vraag ik onthutst. Even bijtrekken, is het korte antwoord. En dan met een vermoeide zucht: Alles, maar dan ook alles wordt hier gevierd. Biertje? De barman heeft een hagedissengezicht. Bliksemsnel haalt hij een blik van onder de bar, steekt er met een stalen pen twee gaten in en schuift het samen met een glas naar me toe. Secondenwerk en... al die tijd waren zijn ogen op Leo en mij gericht geweest! Die werkt hier al langer, gaat door me heen.
Het interview begint. We praten over voetbal: spelsystemen, het moeizame van het bij elkaar halen van spelers die over de hele wereld spelen, de egos enz. Centrale vraag blijft: Leo, hoe doe je dat toch? Hij buigt zich naar me toe en fluistert... Niet opschrijven, Zeilstra, strictly off the record, hè? Ze heet La Paraquita. Naast het Ferris Wiel, hier vlak achter. Hij sluit zijn ogen, zakt terug in zijn ligstoel. Het interview is afgelopen.
Ik loop richting de Kermisgeluiden in de verte. Chaos om me heen. Vechtpartijen, muziek, drank en eettentjes overal. Sissend verdwijnen aan ijzerdraadjes geregen vissen in kokende olie. In de verte schemert een rood- en knalgeel gestreepte tent. Het doet me denken aan een serie pockets in mijn boekenkast. La Paraquita staat boven de ingang. Een jong negermeisje komt blozend naar buiten en loopt haastig weg. Ik ga naar binnen. Zware parfumgeuren, duisternis, kermisgeluiden. Leo sends me, zeg ik op goed geluk tegen de ineengedoken vrouwenfiguur die voor een glazen bol zit. Ze veert op. Ahh... Leo, yes, they will beat Bahrain in the away game - let me see, yes the score will be 0-1 - and go to the tournament in Germany for the first time in Trinidads history. Mark my words. Telling future is my speciality, you want yours told? I do accept Euros you know. Leo always paid in Euros and in... Ze zucht, haar ogen worden vochtig en dromerig kijkt ze weg. Ik denk aan mijn vriendin MJ. Vast het verleden, denk ik inwendig grinnikend om iemand die leeft van de toekomst. Die Leo. Het is warm, ik kijk in haar ogen en wend discreet mijn blik af. Mijn oog valt op haar glazen bol. Een rode glans en vage bewegingen. Er flakkert iets. Het beeld wordt helderder. Ik zie drie jongens rond een kampvuur aan een strand. Een schildpad, vissen. Ze zijn aan het koken. Maar dat zijn... dat zijn toch... Jan, Bob en Arie, mompel ik. De helden uit mijn jeugd die me nooit in de steek hebben gelaten.
Whatever happened to them? vraag ik La Paraquita. Onze waarzegster leunt voorover en begint in de roodverlichte bol te staren. They have been here, you know. Two of them came to me, a long time ago. Ze laat mij meekijken aan haar kant van de bol.
Langzaam maar zeker verandert de bol van kleur. Ik zie een staalblauwe lucht met daaronder besneeuwde toppen. Ik ontwaar de contouren van een prachtig houten chalet. Een enorm dikke man met een wilde bos grijs haar loopt op zijn veranda en ploft neer in een ligstoel. Hij drukt op een bel en een dienstmeisje komt aangesneld. Twee London Tonic en een Coca Cola, luidt de bestelling. De dikke man kijkt met glanzende pretoogjes naar zijn bezoekers. Het zijn twee nette heren, van ongeveer dezelfde leeftijd. Ik schat hen tussen de 65 en de 70 jaar oud. Zo Janneman, je hebt het dus eindelijk gedaan? Al je geld weggegeven? zegt de dikke, die Arie moet zijn.
Ja, dikke, antwoordt Jan. Je weet dat ik met onze avonturen een aardig startkapitaaltje had opgebouwd. Ik ben eind jaren 70 toen toch voor mezelf begonnen in de softwareontwikkeling? Dat liep wel goed. Ja, dat liep zelfs verbazingwekkend goed. En toen die Amerikaan met die dikke bril een bod deed, kon ik dat niet weigeren. Ik zag hem laatst nog op TV, toen hij vertelde dat hij weer met iets zogenaamd nieuws kwam, Vista, heette dat geloof ik. Nog steeds dezelfde kwezel, met zijn Brave Hendrik-uiterlijk. Als die bij ons op school had gezeten, zou hij constant met twee blauwe ogen rondlopen. Maar goed, dat geld, hè? Je kunt het niet meenemen, dikke. En ik ben toch maar alleen. Jij toch ook? Ik dacht, als ik nou es aan die dikke vraag of ik bij hem mag komen wonen, kost mij dat niks. Dus dan heb ik ook geen geld nodig. Jij hebt toch ook genoeg verdiend, toen die stinkbotenmaatschappij van jou werd overgenomen door Maersk? Ja, jongetje Prins, beaamt Arie, dat heb je goed begrepen. Arie gniffelt: En na zoveel jaar in de boten kon ik geen water meer zien. Daarom ben ik naar Zwitserland verhuisd. Om wat te doen te hebben, heb ik hier een fabriek in speelgoedtreintjes gekocht. In de kelder onder mijn chalet heb ik de mooiste modelspoorbaan van Europa aangelegd.
Guys, zegt ineens de andere heer, die totnogtoe zat te prutsen aan een kapotte koekoeksklok, dat is nou allemaal wel leuk en aardig, maar ik vertik het om hier in Zwitserland een beetje in een luie stoel te blijven hangen. We zijn wel oud, maar nog gezond. Het is me hier een tikkeltje té vreedzaam. Ik wil een avontuur, verdikkeme! Jan en Arie schieten in de lach. We kunnen nog wel eens een advertentie zetten: Drie heren op leeftijd zoeken een sappig avontuur. Enig lichamelijk ongemak geen bezwaar. Maar Bob, weet je dat nou wel zeker? Is je Amerikaanse achterwerk niet wat zacht en lui geworden van dat rondzoeven in die luxe sleeën van jouw fabriek? Ik zag er laatst nog zon prachtig reclamefilmpje voor op TV… TV! roept Bob ineens uit. Met een huil staat hij op. De Yankees zijn al een half uur tegen de Dodgers bezig! En hij rent naar binnen en begint wild op de knoppen van de afstandsbediening te drukken. Jan en Arie kijken elkaar aan en barsten in lachen uit.
Port of Spain, november 2005.
Foeke, met dank aan Gerben.
Geachte redactie,
Tot voor kort was ik voorzitter van de Nederlandse vereniging van moderne wapenverzamelaars Edouard de Beaumont.
Onlangs vond ik mijn oude boeken van de Bob Evers-serie weer terug en realiseerde mij dat mijn eerste boek dat ik op mijn 10e las, Drie jongens op een onbewoond eiland, een passie voor vuurwapens heeft doen ontvlammen, die tot vandaag voortduurt.
Ik kwam ook op uw website terecht en in de encyclopedie, waar ik natuurlijk onder de w naar wapens zocht. Ik kwam er nogal wat bekende exemplaren tegen maar ook een aantal, die waarschijnlijk niets met de in de verhalen bedoelde wapens van doen hebben.
Een voorbeeld: het bovengenoemde boek dat ik na vele jaren weer ter hand nam, begint met Winchester geweren. Verderop lezen wij op pagina 17 dat de geweren geladen worden met clips van 5 patronen.
Voor verdere duidelijkheid moeten we naar het boek Avonturen in de Stille Zuidzee. Daar staat op blz. 179/180 goed geoliede Amerikaanse legergeweren, waarvan Bob de grendel opende en naar de blauwe lucht keek. Los van het feit dat je de grendel uit het wapen moet nemen om de blauwe lucht te zien, is hier het plaatje compleet.
Kennen jullie ze nog: bidprentjes? Bid- of devotieprentjes waren kleine bladen perkament of papier, doorgaans op A7-formaat, met aan één zijde een voorstelling van Christus, een heilige, een godsdienstig symbool of een tafereel uit de bijbel, terwijl de laatste decennia ook landschapsfotos of een foto van de overledene zelf worden afgebeeld; ze werden namelijk weliswaar ook uitgegeven ter gelegenheid van bijvoorbeeld een doopsel of een communiefeest, maar het bekendst gebleven zijn de bidprentjes, die zijn uitgegeven naar aanleiding van het overlijden van een bepaalde persoon. Ze roepen op tot gebed voor het zielenheil van de overledene en zijn tevens bedoeld om de herinnering aan een gestorvene levend te houden. Het laten maken van een bidprentje is een katholiek gebruik; protestanten bidden namelijk niet voor de overledenen. Het is ontstaan in de Nederlanden in de 17e eeuw. Vanaf 1850 is dit gebruik vrij algemeen.
Ook nu nog ontvangt men in onze streken, wanneer men een uitvaart bijwoont, vaak een prentje ter herinnering aan de overledene. Het uitgeven van een bidprentje is dus nog steeds een levend gebruik, zeker in de katholieke provincies Brabant en Limburg.
Van mijn beide overleden, heidense broers Joop ( 10 juni 1975) en Willem ( 24 februari 1985) bestaan geen bidprentjes, maar van mijn beide ouders wel. Hoewel de bidprentjes jarenlang in albums vastgeplakt hebben gezeten en dus in een slechte staat verkeren, wil ik ze toch even aan jullie laten zien. Boven zien we beide zijden van het bidprentje van mijn vader, Willem sr., en beneden zien we de achterzijde van het bidprentje van mijn moeder.
Wie herinnert zich niet het jubileumnummer 25 van de Bob Evers Nieuwsbrief (augustus 2004)? Bij dat nummer zat een videofragment, de - voor zover bekend - enige bewegende beelden van Willem; het betrof hier een opname van het AVRO-programma Veertig jaar na dato van 27 april 1985. Vrij wrang als je beseft dat de enige bewegende beelden van Willem dus postuum zijn uitgezonden.
Anderhalve maand voor zijn dood heeft Willem nog een brief aan Martin Ros geschreven, waarin de opnames van bedoeld programma worden genoemd. Willem geeft te kennen dat hij maanden geleden al benaderd is voor het TV-interview; de opnames zullen dus - mede gelet op Willems coltrui in het fragment - gemaakt zijn in de late herfst van 1984 (of het begin van de winter).
Van huis uit ben ik WAARACHTIG geen chagrijnig iemand. En ik VAL voor mensen met gevoel voor humor! Zelfs iemand die steeds zogenaamd op dezelfde manier over dezelfde drempel struikelt, vindt mij aan zijn zijde. Het hoeft dan ook niet altijd even hoogdravend te zijn.
Maar wat me nu weer overkwam...
Zit ik op een middag, achter mijn computer, aan de eerste verhaaltjes van deel 2 van mijn *herinneringen* te prutsen... keurig alles nagekeken om het daarna op mijn site te zetten.
Omdat het sinds kort een professionele site geworden is (nieuwe opzet en zo) verzorgd door
iemand wiens beroep het is, ga ik er ietsje bedachtzamer mee om... eerst denken, dan doen, hou ik mezelf steeds voor.
Voor wie altijd zo handelt in het leven, komt dit waarschijnlijk over als een vanzelfsprekendheid... Maar ondergetekende steekt nu eenmaal anders in elkaar... eerst denken, dan doen lijkt mij bijzonder verlammend werken. Ik zie zoveel kanten aan alles, dat er van handelen daarna vaak niets meer terecht komt. Niet dat ik anderen aanraad hetzelfde te doen, echter, ik heb er wel allerlei kronkelweggetjes door bewandeld in mijn leven, en werelddelen gezien, die ik nooit ontdekt zou hebben als ik eerst nagedacht had. Om over de gebaande wegen nog maar te zwijgen!
Maar goed, die jongen-die-mij-helpt-om-alles-op-mijn-computer-te-zetten, betaal ik per keer. En ik gun hem van alles, maar omdat ik nou eenmaal géén Nadine de Rothschild ¹ ben, is het dus wel opletten geblazen.
Zit ik dus, terug in de tijd, in gedachten middenin in Tanger, waar mijn herinneringen zich afspelen.
En ik weet niet hoe het jullie vergaat, maar ik ben allang blij als ik een tekst uitgetypt en wel,
netjes heb kunnen opslaan, om nog maar te zwijgen over het doorsturen ervan!
Tenslotte heb ik mezelf alles aangeleerd (na het boek PCs voor Dummies door Dan Gookin doorgeworsteld te hebben: het is leuk geschreven, daar niet van, maar het geeft een vrouw minder zelfvertrouwen dan ik gehoopt had).
Hoeveel verhaaltjes zou Peter er in één uurtje op kunnen zetten, bedenk ik nog, vlug een
rekensommetje makend (Zie: www.gelukkiggisteren.nl). Ik loop ze stuk voor stuk allemaal even door... en bekijk de tekst, links op het scherm, in WORD, waar een en ander weergegeven staat.
Mijn verhaaltjes, genummerd 1, 2, 3, 4 en 5, komen voorbij; er staat in het blauwe scherm:
Microsoft Word Document - Gewijzigd: op die en die datum - Grootte: zus en zo - Auteur: H. Jonas!!!!
Zie ik het goed? Ja, ik zie het goed.
Was H. Jonas ooit in Tanger? Niet bij mijn weten...
Volgende verhaaltje dus maar. Dat gaat goed.
Kom ik bij nummer 9, getiteld: Doorknooprok -
Met eronder:
Auteur: H. Jonas!!
Nu begeef ik het zowat!! Nooit geweten dat H. Jonas een doorknooprok droeg!
Toen hij in Tanger verbleef??
Al mijn pogingen ten spijt, heb ik het nooit kunnen veranderen... mijn lieve computer blijft stug volhouden dat Herman Jonas de auteur is van mijn herinneringen getiteld *Franse generaal* en *Doorknooprok*... het is om in je broekje te doen van het lachen!
En voor wie de heer H. Jonas ooit gezien heeft: hij begrijpt het waarschijnlijk ietsje beter... het gaat hier om een nogal corpulent iemand - kun je je voorstellen, Herman met een d o o r k n o o p r o k -
Overigens wil ik hiermee geenszins de heer Jonas belachelijk maken of zo - wél is de vraag
gerechtvaardigd hoe zon computer aan zoiets krankzinnigs komt... en dat terwijl ik al máááááánden geen contact meer heb met die man!
En laat niemand ooit beweren dat een computer zich nooit vergist... want dan blijf ik erin!
Wel hoop ik dat ARBORIS en zijn directeur er ook om kunnen lachen! Op naar het volgende verhaaltje!
Met deze keer wellicht Willem in doorknooprok, wie zal het zeggen.
In ieder geval is mijn hilarische conclusie voor vandaag:
Zelfs mijn schattige computer heeft gevoel voor humor!
¹ | Kwam als Nadine Lhopitalier op deze wereld te Saint-Quentin. Geboren in een uiterst eenvoudig milieu, trouwde ze in 1962 met de bankier Edmond de Rothschild. Deze laatste overleed in 1997. Maar zelfs als zijn weduwe, is Nadine nog steeds een van de meest vermogende en invloedrijke vrouwen van Frankrijk. Ook schreef ze verschillende boeken, waaronder een over moderne etiquette en goede smaak - een uitstekende gids met veel levenswijsheid en humor geschreven. |
Onze collegae van de International Biggles Association houden elk jaar een aantal clubdagen; gelijk andere fanclubs van jeugdboeken was het hun opgevallen, dat er steeds minder mensen zon fanclubdag bezoeken: de jeugd leest steeds minder, de wat rijpere jeugd heeft inmiddels veelal zelf kroost en dus andere prioriteiten en - last but not least - zeldzame boeken van onze zo geliefde auteurs kopen wij niet meer op fanclubdagen of boekenmarkten, maar op internet. Mede daarom leek het Gino Takke (voorzitter van de I.B.A.) en anderen een leuk, gezellig en slim idee om samen met andere fanclubs een grote manifestatie te organiseren, die inmiddels bekend staat onder de naamDag van de Jeugdhelden. Het bij elkaar brengen van diverse fanclubs zou bovendien, zo was de gedachte, tot een soort van kruisbestuiving kunnen leiden: de Karl May-fan die alles van de Saksische grootmeester al heeft, kan zich op deze manier nog vergrijpen aan Arendsoog, de Biggles-aanhanger die hoger wil stijgen dan de Sopwith Camel van zijn held aan kan, zoekt de Star Trek-supporters op en jullie hoef ik niets meer wijs te maken over die Bob Evers-liefhebber, die ook met de nodige graagte een Kameleonnetje verschalkt.
Na een jaar van voorbereidingen, fanclubs en sponsoren aanschrijven, persberichten en programmaboekje samenstellen, konden Gino en de rest van het inmiddels omvangrijke organisatiecomité op zondag 22 april j.l. met gepaste trots iedereen welkom heten in Sportcentrum Het Blauwe Meer in Dinxperlo. Dinxper-wàt? Dat is toch een uith...? |
Op de inmiddels bekende site van de Dag van de Jeugdhelden kan iedereen zien welke fanclubs acte de présence gaven: te veel om hier op te noemen. Aan het aanbod van verenigingen lag het zeker niet, aan de ligging van Dinxperlo dus ook niet, maar toch... door het mooie aprilweer bleef het bezoekersaantal wat achter bij de verwachtingen. Maar zoals zo vaak hadden de thuisblijvers ongelijk! Het was een bijzonder geslaagde dag, waar de bezoeker veel boeken kon scoren, lid kon worden van de diverse aanwezige verenigingen en naar lezingen kon luisteren. | Voor aanvang van het gebeuren inspecteren John Beringen en Hans Kleppe de stand van het Bob Evers Genootschap. |
Laat ik eerst even beginnen met iets recht te zetten; gisteren in Trouw - het artikel van Hans van Vinkeveen, Stoere jeugdheld is levenslange vriend - werd ik ten onrechte afgeschilderd als lid van het legendarische Bob Evers Genootschap. Helaas klopt dit niet: ik heb het slechts tot buitengewoon honorair lid gebracht. Tot het echte, volwaardige lidmaatschap is - behalve uiteraard de vijf bestuursleden - nog niemand toegelaten, domweg omdat niemand meer aan een van de voorwaarden daartoe kan voldoen: Willy van der Heide persoonlijk gekend hebben. (En de mensen die dat wel hebben, voldoen weer niet aan andere voorwaarden). U ziet het: zó eenvoudig is het nog niet om lid te worden van Het Genootschap!
Kortom: het cliché van: De krant brengt de leugen in het land dringt zich op...
Om er dan nog meteen maar eens wat clichés tegenaan te gooien: We lezen de Bob Evers-serie voornamelijk of zelfs uitsluitend vanwege de humor en De Bob Evers-deeltjes van Peter de Zwaan zijn duidelijk minder dan die van Willy van der Heide.
Zo, die clichés zijn er uit, dan hebben we dat meteen ook maar weer gehad en kunnen we nu beginnen met de echte lezing.
En dan moet ik het inderdaad allereerst hebben over de enorme cesuur die plaatsvindt in de serie: delen van Willy van der Heide en delen van Peter de Zwaan. Allereerst is het de vraag waar we die cesuur precies leggen: er zijn 36 deeltjes waar als schrijver Willy van der Heide vermeld staat, dus tussen deel 36 en 37? Maar in de delen 33 en 36 staat dat ze voltooid zijn door Peter de Zwaan. Na deel 32 dus? Puristen zullen er ongetwijfeld op wijzen dat de Bob Evers-serie in de jaren 40 t/m 60 is verschenen in de bekende hardcoverboeken en dat er maar 32 hardcovers zijn. Maar in 1977 en 1978 verschenen er ineens als donderslag bij heldere hemel de delen 34 en 35, geschreven door Willy van der Heide. Cesuurtje dus maar na deel 35? | Roger Schenk en Geerten Meijsing: leerling en leermeester? Of zijn beiden slechts leerlingen van die enige echte Meester: de Man met de Knevel en de Tientallen Pseudoniemen? |
De rechten blijven berusten bij De Eekhoorn, inmiddels, zoals eerder gememoreerd, overgenomen door Weton-Wesgram. Wat er verder met die rechten gaat gebeuren nu de oude Van der Heide-delen uit de handel zijn en er geen nieuwe delen meer verschijnen, is een goede vraag die de fans sindsdien bezighoudt. |
Niet lang geleden las ik een geleerd boek over bijfiguren in de roman. Homerus en Tolstoi niet te na gesproken, komen die er meestal bekaaid af. Ze zijn vaak tweedimensionaal en vervullen niet meer dan een functie, waardoor bijfiguren meestal kant en klare typetjes zijn. Mijn stelling zal u verbazen dat ook Madame Bovary zon typetje is, eigenlijk een bijfiguur; de hoofdfiguur van die roman, aan wie het drama zich voltrekt, is namelijk haar man: Charles Bovary. Of neem, om dichter bij huis te blijven, de onrustbarende roman van Arnon Grunberg, Tirza. De dochter naar wie het boek vernoemd is, blijft volkomen plat, krijgt geen karakter, ze is een bijfiguur; het enige uitgewerkte karakter is de hoofdfiguur Jörgen Hofmeister, de karikatuur van een gek - t is jammer dat Grunberg het dan ook niet kan laten tussen zijn zinnen door te grinniken van plezier.
Neem dan Willy van der Heide! En die heeft al drie hoofdfiguren, van wie, toegegeven, Bob Evers wat minder karakter krijgt. Het is opvallend aan de Bob Evers-boeken dat de bijfiguren, meestal in de vorm van de boeven, vaak volledig gestalte krijgen en driedimensionaal worden uitgewerkt. Neem Jerry Miller en Parsons, Kresse, tot Kees de Hondenman aan toe in het Bunkeravontuur: dat zijn personages die je nooit meer vergeet. Ze zijn echt, ze blijven leven! Of Hennie Schol en Bonzo uit het Grimbosavontuur: die mensen zíe je voor je, ze zijn zo levensecht als wat, tot de zuster van Hennie aan toe, voor wie hij een bromfiets op afbetaling heeft gekocht. In dergelijke details kan ik me verkneukelen.
Vandaag wilde ik het hebben over Stampij om een schuiftrompet, een stilstaand boek met een wel heel mager avontuur, de diamantensmokkel. De oorspronkelijke aanleiding van het boek, een optreden van een jazzband die ik maar voor het gemak het Dutch Swing College zal noemen, bleek een dodelijk onderwerp, je kunt daar weinig mee; een van de jongens, natuurlijk Jan Prins, die het concert back stage mogen bijwonen, brengt dat zelf goed onder woorden: dat er eigenlijk niets aan is, en dat je als buitenstaander je al gauw teveel voelt.
Ik weet niet hoe Waterman het m geflikt heeft, maar hij weet aan bijna alle leden van het orkest min of meer een eigen karakter mee te geven. Natuurlijk kende hij de personen, die onder hun echte naam in deze schitterende Bob Evers worden vereeuwigd. Het zijn geen jongens van de straat, deze jazzmuzikanten uit de jaren vijftig; de meesten hebben gestudeerd, het zijn allemaal dandys (zonder dat de nadruk op hun dure en fijne kledij wordt gelegd) en ze bezitten de melige humor die vaak orkestleden en muzikanten eigen is. Maar ook onderling zijn er grote verschillen in de karakters van bij voorbeeld pianist en leider Joop Schrier, klarinettist Dim Kesber en trombonist Wim Kolstee. Je zou op alle musici de typologie van het orkest kunnen toepassen, want spelers worden door hun instrument getypeerd. Houtblazers zijn vaak arrogant, bassisten laconiek, koperblazers joviaal, pianisten control-freaks, etc.
Hoezeer steken deze waardige, verfijnde figuren niet af tegen de boeven: de zenuwachtige Fransoos, maar vooral Eddy Bulk (geel hemd, geruit jasje, lawaaiige stropdas) en zijn maat. Bulk (whats in the name) is Amsterdamse penose, ten voeten uit. En dit zijn nog noodzakelijke spelers in de komedie van de wonderbaarlijke trombonevermenigvuldiging. Nu horen we Willy van de Heide tussen de regels door grinniken, bij het feestelijk kapotmeppen van een tiental trombones. Wie zou daar zelf niet aan willen meehelpen?
Want geheel gratis krijgen we er nog een onvergetelijke, bolronde bijfiguur bij in de vorm van de gemoedelijke Duitser met de fladderende open manchetten (gouden knopen) en het bezwete hemd, die met de schuif van de trombone uit het treinraam gestoken, loeiend over het perron de eerste maten blaast van de nimmer beantwoorde muzikale vraag: Warum ist es am Rhein zo schön?.
Nu kom ik waar ik wezen wil: het hoog ontwikkelde gevoel voor slapstick van Willy van der Heide. Op dit moment volgt in het boek een filmische scène op het treinperron die zijn weerga niet kent. Leest u maar mee over de Babylonische spraakverwarring vanaf blz. 32 van de pocket-editie. De bleke jongeman die de kreet vertaalt anybody here who speaks French, met qui parle français ici? - geheel overbodig, omdat hij dus kennelijk zelf Frans spreekt; de ober - ik sta hier óók voor mn boterham - die aan het Fransmannetje blijft trekken om zn geld; het politieke element dat zn intrede doet (die dikke Duitser heb natuurlijk een liedje uit de oorlog geblazen), de Duitser zelf die het goed wil maken door het Franse volkslied te gaan blazen, hetgeen, om een of andere reden de woede scheen op te wekken van een magere man met twee koffers in de handen […]: Kom er eens effe uit, jij!; het nutteloze meisje met de bril op en de KLM-tas in de hand; de hond die in de algemene verwarring geducht op zijn poten wordt getrapt; de algemene animositeit die plotseling ontstaat tegen Amerikaanse verlofgangers als Bob Evers zijn mond open doet (en een kapsones dat ze hebben!); de man die op luide toon informeert wie er zo laf was zijn hond te mishandelen; en over dat alles de genadeloze hitte van de augustuszon. En even plotseling als de rel begonnen was, is die weer afgelopen wanneer de trein vertrekt. De man met de koffers schudt er nog één gebalde vuist achteraan en tot slot - een geweldige uitsmijter - spreekt de man met de mishandelde hond zijn dier bestraffend toe. (?) (!)
Geen wonder dat onze Amerikaan in de trein moedeloos achterover zakt en (met vooruitziende blik!) overweegt:
Zo nu en dan raakte hij in omstandigheden, die hem deden beseffen dat het misschien tóch niet zo gemakkelijk zou zijn om met enkele pennestreken te geraken tot een verenigd Europa…
Nieuwsbrief 28 |
Nieuwsbrief 29 als pdf |
Nieuwsbrief 30 |
Register van de Nieuwsbrief |
Startpagina van de Nieuwsbrief |
Startpagina van de Apriana |