Nieuwsbrief 7

Nieuwsbrief 8
als pdf

Nieuwsbrief 9

Register van
de Nieuwsbrief

Startpagina van
de Nieuwsbrief

Startpagina van
de Apriana

Nieuwsbrief nr. 8
ISSN 1386-6451
juli 1996 - 4e jaargang nr. 2



Een uitgave van Hans & Ton Kleppe, buitengewoon leden van het Bob Evers Genootschap
redactieadres: Jacoba van Heemskerckstraat 7, 3351 SP PAPENDRECHT - internetredactie: nieuwsbrief@apriana.nl
http://nieuwsbrief.apriana.nl




INHOUD :
Nieuws van de redactieHans & Ton Kleppe
Even wegdromenLycke Batelaan
BesmetLijdia Hovingh
Column: Ontmoeting met W. v. d. H. te A.Henk Bergman
Advertentierubriek „In de Roos”(div.)
Vraag- en antwoordrubriek(div.)
Illegale inbreuk op InternetFred Kanters
Uitslag tweede Bob Evers QuizJeanette X
Kennismaken met de Bob Evers serieRob Krassenberg
Column: Onder het vergrootglasJoyce & Co.




Nieuws van de redactie
Hans & Ton Kleppe


Mijlpaal in Bob Evers kunde bereikt.
Bij de vorige Nieuwsbrief is op het laatste moment een informatieblad bijgesloten over de „Encyclopaedia Apriana” (hetgeen wil zeggen: Evers Encyclopedie).
Het redactionele gedeelte van de Nieuwsbrief was toen al afgesloten en we hadden bovendien destijds nog geen exemplaar tot onze beschikking, vandaar nu alsnog enkele woorden aan dit werk gewijd.
Welnu als er ooit de betiteling STANDAARDWERK van toepassing is geweest dan is het wel op dit boekwerk. De encyclopedie omvat maar liefst 860 bladzijden en draagt als ondertitel „Boekwerk Over Bob Evers Van Ene Roger Schenk” (let op de hoofdletters). Het bevat een persoonsregister met 1351 namen. Daarnaast komen er lijsten voor van auto’s, brommers & motoren, dieren, films, goden, horeca, kunst, literatuur, merknamen & instellingen, muziek, schepen, sport, vliegtuigen & helicopters, wapens, bergen & dalen, hemellichamen, landen, streken, staten & provincies, rivieren, kanalen & meren, steden & dorpen, volkeren, zeeën, scheld- en spotnamen, errata et addenda en zelf getekende kaarten en plattegronden. Van iedere persoon, auto, dier, etc wordt aangegeven op welke pagina van de (pocket) serie hij/zij/het genoemd wordt. Van elke persoon een complete omschrijving, zoals: „Snip” (B.E. serie nr. 14 blz. 53) = Kaldewaay, Jan Jacob = „Willy Walden” (Nederlands cabaretier, compagnon van P.Muyselaar) * 30/3/1905 -. Of als handreiking van ons aan de auteur: Bernard Person (B.E. serie nr. 28 blz. 10) journalist, correspondent van o.a. wereldomroep te New York later redacteur bij het A.N.P.
Kortom, wat niet in dit naslagwerk voorkomt is de moeite van het weten niet waard. Sterk aanbevolen!
De „Encyclopaedia Apriana” is te bestellen bij Roger Schenk, Roest van Limburgstraat 26, 2225 NP Katwijk, voor een bedrag van ƒ 67,50 op zijn girorekening met het nummer 6634044.

Oplagepeiling.
Het elk halfjaar samenstellen, vermenigvuldigen en verzenden van de Nieuwsbrief doen wij met veel genoegen maar kost ook heel veel tijd, papier en porti, hetgeen we natuurlijk graag blijven doen voor de werkelijk geïnteresseerde lezers. Wij verzoeken aan iedereen die de Nieuwsbrief wil blijven ontvangen dit schriftelijk te bevestigen door middel van een briefkaart of briefje (dus niet telefonisch) aan het nieuwe redactieadres: Jacoba van Heemskerckstraat 7, 3351 SP Papendrecht. Dat is dan tevens een goede gelegenheid om uw gratis kleine advertentie op te geven. Degenen die de Nieuwsbrief niet meer wensen te ontvangen behoeven dus niet te reageren.
Iedereen die de Nieuwsbrief wel wil blijven ontvangen dient vóór 30 november 1996 schriftelijk te reageren. Alleen de bestuursleden van het Genootschap en onze columnisten zijn hiervan uitgezonderd.

Documentatiealbum zoek.
Hartelijk dank voor de vele complimenten over ons documentatiealbum. Dat doet goed!
Maar van Johan van Ommen uit Apeldoorn kregen we helaas het bericht dat hij het bestelde documentatiealbum niet ontvangen had. Navraag bij de PTT leerde ons dat zijn album, met het volgnummer 121, daar is verdwenen. Mocht u dus nr. 121 aangeboden krijgen dan weet u dat het om een ‘besmet’ album gaat. Inmiddels hebben wij Johan een nieuw album verstrekt.

Documentaire over Willem van den Hout.
Op dit moment wordt de laatste hand gelegd aan een documentaire over Willem van den Hout met de voorlopige titel „Erfenis van een zonderling”. De maker, Freddy Veenstra, studeert hiermee af aan de kunstacademie St.Joost te Breda voor de richting Audiovisuele Vormgeving. Voor deze documentaire (video, kleur, lengte circa 25 minuten) zijn zusje Marie-José, zoon Paul, John Beringen, de bestuursleden van het Bob Evers Genootschap en de Kleppe brothers op locatie geïnterviewd. Het is nog niet bekend of de film vertoond gaat worden op televisie of documentaire-festival.
Deze buitengewoon interessante film is te bestellen door overmaking van ƒ 32,50 (inclusief ƒ 7,50 verzendkosten) op giro 5608668 t.n.v. F.Veenstra, B. de Wildestraat 464, 4827 EH Breda.
Het betreft hier een VHS-copy van goede kwaliteit. U kunt ook zelf bij Freddy afhalen natuurlijk. De oplage is 50 stuks en op is op!

BOB EVERS bijeenkomst najaar 1997.
Wij zijn bezig met het leggen van diverse contacten maar kunnen nu nog geen definitieve aankondiging doen; in de volgende Nieuwsbrief van januari 1997 meer nieuws hierover.

Onderzoek naar parallellen tussen de boeken van H. J. Haarman en Willy van der Heide.
Arie Besemer uit Amerongen heeft de resultaten van bovengenoemd onderzoek vastgelegd in een boek met de titel: „Het dertien-, elf- en tiental” van H.J. Haarman.
Als toelichting schrijft Arie ons: „De naam H. J. Haarman zal voor veel verzamelaars van oude jongensboeken geen onbekende zijn. In de jaren veertig en vijftig heeft deze auteur een aantal boeken geschreven, die in die tijd populair waren, zodat gesteld mag worden dat hij in belangrijke mate aan het genre ‘jongensdetective’ in de jeugdlectuur heeft bijgedragen. De bekendste boeken beginnen met „De strijd….”. Het is echter verbazingwekkend dat ondanks de toenmalige populariteit over Haarman slechts weinig biografische gegevens bekend zijn. De speurtocht hiernaar heeft slechts weinig opgeleverd, maar heeft wel andere bijzonderheden over zijn boeken opgeleverd. In het bijzonder zijn enkele merkwaardige parallellen met de Bob Evers serie geconstateerd.”
Het boekwerkje telt 64 bladzijden en is voor slechts ƒ 12,50 te koop bij Uitgeverij De Spreng, Boompjes 1, 4286 LE Almkerk, tel. 0183-403402.

Jofel idee van Jack Nowee II.
In verband met de mogelijkheid om oude nummers van de Nieuwsbrief bij Jack Nowee na te bestellen, ontvingen we op 11 april 1996 de volgende brief van Jack.
Een kort berichtje vanuit „Verzendhuis Boskoop”. N.a.v. het artikel in de vorige Nieuwsbrief over de nabestelling van de nieuwsbrieven, heb ik tot op heden ruim 30 reacties gehad. En zoals het een echte fan-club betaamt, kwamen ze vanuit alle hoeken van Nederland; van Krabbendijke tot Stadskanaal. Zelfs internationale aanvragen rolden over de deurmat, al gebiedt de eerlijkheid mij te vermelden, dat het wat dit internationale karakter „slechts” België en Engeland betrof. Maar toch, het bewijst eens te meer, dat de Bob Evers serie een groot publiek heeft.
De reacties van de aanvragers waren over het algemeen erg leuk. Het idee werd in dank aanvaard en sommigen waren zelfs zo enthousiast dat ze van de weeromstuit vergaten de postzegels bij te voegen voor de kopieerkosten. Het kwam allemaal evengoed voor elkaar. Voor de nieuwe fans en degenen die dit alsnog willen doen, de mogelijkheid tot nabestellen geldt (tot nader bericht) nog steeds.
Ik hoop dat ik de nabestellers een dosis „BOBEVERSOUDNIEUWSLEESGENOT” heb geschonken.

Voor degenen die interesse hebben in reeds verschenen nieuwsbrieven; deze zijn tegen de kopieerkosten volgens onderstaande tabel te bestellen.

Bijbestellen Bob Evers Nieuwsbrief
Nieuwsbrief Pagina’s/vel Gewicht Kopieerkosten
1993 nr. 1 4 / 2 10 gram 1 x postzegel van 80 ct
1993 nr. 2 4 / 2 10 gram 1 x 80 cent postzgl.
1994 nr. 1 10 / 5 25 gram 1 x 80 cent postzgl.
1994 nr. 1 8 / 4 20 gram 1 x 80 cent postzgl.
1995 nr. 1 10 / 5 25 gram 1 x 80 cent postzgl.
1995 nr. 2 8 / 4 20 gram 1 x 80 cent postzgl.
1996 nr. 1 11 / 6 30 gram 1 x 80 cent postzgl.

Voeg voor de kopieerkosten zoveel geldige, postzegels van 80 cent bij, als aangegeven in de laatste kolom.
Doe in de bestel-envelop een aan uzelf geadresseerde en voldoende gefrankeerde retour-envelop (formaat A4 of A5, normale enveloppen zijn echt te klein) en geef duidelijk aan welke nieuwsbrieven u wilt hebben.
Stuur de hele Everse santenkraam aan:

J. E. Nowee, Kruiskruid 21, 2771 RA Boskoop, tel. 0172-217688

Peter de Zwaan is met zijn thriller „Rafels” genomineerd voor de Gouden Strop 1996.

Advertenties en vragen a.u.b. inzenden voor 30 november 1996, de volgende Nieuwsbrief verschijnt in januari 1997.

Let op: nieuw redactieadres, Jacoba van Heemskerckstraat 7, 3351 SP Papendrecht.









Even wegdromen
Lycke Batelaan te Groningen


Ik ben 27 jaar geleden geboren in een klein dorpje in Drenthe. Mijn moeder haalde toen ik zo’n jaar of tien was wat boeken van zolder. Zij had deze boeken ook op deze leeftijd gelezen. Ze kwamen uit de bibliotheek van haar vader Th. B. Remie. Het waren de eerste 6 delen van de Bob Evers-serie. Sindsdien ben ik niet meer opgehouden met lezen. Elke verjaardag stonden er bovenaan mijn verlanglijstje Bob Evers boeken. Veel vriendjes en vriendinnetjes die op mijn verjaardag kwamen namen dan ook een boek uit de serie mee. De plaatselijke boekhandel deed nooit moeilijk als ik een exemplaar kwam ruilen. Af en toe had ik de indruk dat bepaalde ouders dit niet echt goede boeken voor mij vonden; ik was toch een meisje en dit waren jongens-boeken. Maar ach, ik was tenslotte de dochter van de dokter dus het zou wel goed zijn. Ik heb me trouwens nooit iets aangetrokken van eventuele kritiek.
Zelfs nu, 20 jaar later. Als een vriend of mede-student op bezoek komt en zegt: „Hé die boeken ken ik, ik heb er ook een paar.” Dan ben ik er trots op dat ik de serie compleet heb. Ik kom er ronduit voor uit dat ik het „te gekke” boeken vind.
Verder lees ik de boeken nog regelmatig, lekker voor de ontspanning, even wegdromen enzo..
Ik ben erg blij dat in „De jacht op het koperen kanon” een vrouw voorkomt (Lois) die zich kan meten aan Jan, Bob en Arie. Helaas komen er verder in de serie alleen maar vrouwen aan de kant van de „slechteriken” voor. Er is nog hoop voor de komende 10 titels.
Verder wil ik nog even kwijt dat ik erg gelukkig ben geworden van het boek „Twee jongens en een Bob Evers-serie”. De juiste versie van „Kloppartijen in een koelhuis” had hier een groot aandeel in. Ik kijk met smart uit naar de volgende tien delen van Hans en Ralph. Ik mis zoveel in de boeken van
Peter de Zwaan dat ik een groot voorstander ben van de samizdat-activiteiten van Hans, Ralph en John. Als jullie er nou eens een mooi A5-achtig formaat van maken, dan kunnen wij er zelf in de copieerwinkel wel een boekje van maken, Veel succes Hans en Ralph, ik reken op jullie! En alvast heel erg bedankt!!





Besmet
Lijdia Hovingh te Nieuwegein


Zo’n tien jaar geleden ben ik voor het eerst besmet met het „Bob Evers-virus”. Bij toeval kroeg ik zo’n boekje in handen en na het lezen hiervan was het dus raak. Helaas weet ik niet meer welk verhaal dit was.
Sindsdien ben ik via rommelmarkten en verzamelbeurzen aan de andere boekjes gekomen. Vooral die met de afbeelding van dikke Arie Roos zijn het leukst. Ook in de verhalen is Arie m’n favoriet omdat hij met geld strooit en zich vol propt met chocola, cola, dubbele biefstukken en gebakken eieren met rosbief. Het lezen wekt dus zeer mijn eet- en snoeplust op. Het avontuur van de varkensleren koffer vind ik het leukst, omdat het in Utrecht op het nog oude station begint. Het verhaal zit ook heel leuk in elkaar en wat kon je nog veel doen met 25 gulden. Ik vind de boekjes zo leuk omdat je gewoon thuis op de bank de spannendste avonturen kunt beleven.
Helaas kan ik mijn twee zonen van 12 en 15 niet aan het lezen krijgen. Ze hebben niets met Bob Evers. Ik vraag me af of er nog meer vrouwen ook zo’n Bob Evers tik hebben.





Ontmoeting met W. v. d. H. te A.
Henk Bergman’s column


Ooit - ruim twintig jaar geleden - schreef ik voor Vrij Nederland een artikel over Bob Evers. Het was in het kader van een zomerserie die „Confrontatie met de helden uit de jeugd” was genoemd. De formule was simpel: men vroeg iemand een boek dat in de jeugd een grote indruk op hem of haar had gemaakt te herlezen en die ervaring te verwoorden. Ik herinner me dat Tim Krabbé de serie opende met „Kruimeltje”; mijn verhaal was het zevende en laatste. Dat mijn stuk verscheen was overigens te danken aan de nodige zelfwerkzaamheid. Bij de start van de serie belde ik de redactie of ze wel aan Bob Evers gedacht hadden. Ze zeiden: wel aan gedacht, maar we konden geen auteur vinden. Mijn aanbod om een poging te wagen werd aanvaard en kennelijk beviel het.
Ik weet nog hoe ik lang liep te piekeren over een leuke entree voor het verhaal. Eerst wilde ik beginnen met die bewuste middag in 1967, toen ik in de etalage van een boekhandel in de Kalverstraat opeens de eerste pocketedities van Bob Evers had zien liggen. Er was een aangename schok van herkenning door me heengegaan, want ik was de boeken in de jaren daarvoor wat uit het oog verloren. Nu was al dat prachtigs er opeens weer.
Maar toch beviel die entree me niet. En opeens had ik wel de goede: mijn eerste en enige ontmoeting met Willy van der Heide in 1970. Stom dat ik daar niet eerder aan gedacht had. Hoeveel Bob Evers-lezers kunnen immers zeggen dat ze De Meester in eigen persoon hebben ontmoet? Hoewel: „ontmoet” is niet precies het juiste woord. De scène speelde zich af in een café in de Jordaan. Ik stond aan de bar en links van mij zat een man die een blauwe blazer droeg en een kapiteinspet op had. Hij was dronken en lalde zeemansliederen. De barkeeper lichtte mij in over de ware identiteit van de herriemaker. „Dat is nou Willy van der Heide, van de Bob Evers-serie.” Nadat ik mij enigszins hersteld had van de emoties die deze mededeling opriep, probeerde ik de kapitein te benaderen. Dat bleek, gegeven de drankstand, onmogelijk. Mijn woorden ontgingen hem volledig en toen hij door een ongecoördineerde beweging een glas bier van de tap sloeg, was de maat vol. Hij moest het pand verlaten, ondersteund door twee menselijke krukken.
Het was een van de mooiste avonden in mijn leven.





Advertentierubriek „In de Roos”


ruilen:

aangeb. „Amerika filmt” tegen gezocht „De smokkelvaart van de Maia”, T. Waaifoort, Dordrecht, 078-6149866.

aangeboden:

gebonden boeken B.E. serie zonder stofomslag 1e druk, de delen 1, 9, 15, 21, 24, en 3e druk deel 13, „Toen ik een nieuw leven ging beginnen”. Peter de Zwaan’s Tijger Tigran serie de delen 4, 7 en 8. E. Geevers, Delft, tel. 015-2159387.

gevraagd:

deel 1 gebonden met „propellervliegtuig” en deel 30 gebonden, BE jubileum omnibus uit 1987, „Drie meisjes en een cafetaria”, deel 1 en 2 Otto Onge en de drie als Willy Waterman geschreven boeken. E.Geevers, Delft, tel. 015-2159387.

oproep:

is er een lezer die Bob Evers boeken in zijn/haar bezit heeft uit de bibliotheek van mijn grootvader?
Neem dan s.v.p. contact met mij op. Er staat een stempel in met de volgende tekst:
LEESBIBLIOTHEEK „LECTURA” Noorderweg Oosterbeek Th. B. Remie,
reacties graag naar Lycke Batelaan, tel. 050-5776554.

gevraagd:

redactielid B.E. Nieuwsbrief zoekt nog naar „Dikkie en de dingen die branden”, zeer interessant ruil-materiaal aanwezig, reacties a.u.b. via het adres van de Nieuwsbrief.

ruilen:

ik wil mijn „Dick Boei en de bermbandieten” (een vrij zeldzame pocket van Willy van der Heide, geheel in de beproefde Bob Evers stijl) graag ruilen tegen Zip Nelson „De aanval der atoompiraten”, E. Joséphy, tel. 026-4438691.







Vraag- en antwoordrubriek


vraag:

is het geheimtaaltje zoals dat in de film „The Mask” wordt gebruikt hetzelfde taaltje dat ook in de Bob Evers serie voorkomt?

antwoord:

de redactie heeft geen tijd om naar films te kijken. Misschien weet een van de lezers het antwoord?







Illegale inbreuk op Internet
Van kleitablet naar perkament, van loodzetsel naar Internet.
Het gedrukte woord heeft de laatste eeuwen een
voortdurende vooruitgang in verschijningsvormen meegemaakt

Fred Kanters


De (voorlopig?) laatste ontwikkeling op dit gebied is natuurlijk het al eerder genoemde Internet. Voor diegenen, die niet weten wat Internet is, volgt hieronder een summiere uitleg.

Internet is een wereldomspannend netwerk van miljoenen computers, aan elkaar gekoppeld door snelle datalijnen. Het is voortgekomen uit het ARPA-netwerk, dat tijdens de Koude Oorlog door het Amerikaanse Ministerie van Defensie werd ontwikkeld. Dit ARPA-netwerk had een decentrale structuur omdat een hiërarchisch netwerk, een grote centrale computer, natuurlijk in tijd van oorlog veel te kwetsbaar was.

Toen dat peperdure netwerk eenmaal goed functioneerde, kregen al gauw andere overheidsdiensten er lucht van. Die wilden er ook allemaal graag gebruik van maken, want deze manier van gegevensverkeer bood de CIA, de FBI, de Belastingdienst, enz. tal van ongekende mogelijkheden.

Om kort te gaan: na de overheidsdiensten volgden de universiteiten, vervolgens de buitenlandse universiteiten en overheden en daarna tal van grote bedrijven. Tegen het einde van de Koude Oorlog omspande het netwerk (inmiddels al het Internet genoemd) praktisch de gehele geïndustrialiseerde wereld. Via de universiteiten waren er natuurlijk ook al wat computerfreaks op het net verzeild geraakt en zij braken uiteindelijk het net open voor het grote publiek.

Men schat dat er nu wereldwijd tussen de 5 en 10 miljoen computers permanent op het Internet zijn aangesloten, en het aantal mensen dat toegang heeft (ook via inbellijnen) beloopt in de tientallen miljoenen. Dit is vooral mede te danken aan het feit, dat er steeds snellere modems en PC’s te koop zijn voor prijzen, die men tot voor kort niet voor mogelijk hield.

Internet is er dus gelukkig voor (bijna) iedereen. Omdat de eerder genoemde decentrale struktuur nog steeds aanwezig is, heeft men op het Internet ook geen last van overheidsbeperkingen of censuur. Iedereen kan Internet gebruiken voor zijn/haar eigen doel. Helaas zijn er dus een aantal mensen die het begrip „recht op vrije meningsuiting” nogal rekbaar hanteren. Niet voor niets is er de laatste tijd nogal opschudding ontstaan over de verschillende pagina’s met o.a. kinderporno en recepten voor zeer explosief materiaal.

Natuurlijk is ook Bob Evers op een aantal Internet-pagina’s verschenen. Wij, als
Uitgeverij De Eekhoorn, kunnen daar alleen maar gelukkig mee zijn, want voor ons is dat een stukje gratis publiciteit. Er is echter een „maar” aan verbonden: men dient zich wel aan bepaalde regels te houden. Regels, die momenteel een onderwerp zijn van diverse gerechtelijke uitspraken.

Internet-discussies over gespiraliseerde vierkanten, verwarringen rond een waterdruk en het raadsel met een reservewiel („Drie jongens en een caravan”), dat mag allemaal nog. Het wordt echter anders als er integrale pagina’s worden overgenomen. Niet voor niets wordt er in elk boek vermelding gemaakt betreffende het copyright. Voor alle boeken die geschreven zijn door Willy van der Heide berust het copyright bij Uitgeverij De Eekhoorn. Het copyright van de door Peter de Zwaan geschreven delen berust bij hemzelf, met Uitgeverij De Eekhoorn als toezichthouder.

De copyright-regel geldt niet alleen voor de tekst, maar ook de illustratie van het omslag is onderhevig aan rechten. De illustrator, Bert Zeijlstra, vervaardigt in opdracht van De Eekhoorn weliswaar de illustratie, maar hij blijft wel geestelijk eigenaar van het vervaardigde product. Uitgeverij De Eekhoorn „koopt” het gebruik van de tekening en mag deze tekening dan ook alleen maar gebruiken voor de omslag van het boek. Voor elk andersoortig gebruik, anders dan voor bijvoorbeeld promotie- en/of P.R.-aktiviteiten, dient de uitgeverij toestemming aan de illustrator te vragen.

Tenslotte het Bob Evers-logo: het rode driehoekje, dat te vinden is op de voor- en achterzijde van elke pocket. Ook dit is strak afgedekt: naam en verschijningsvorm zijn gedeponeerd bij het Internationaal Merkenbureau Markgraaf te Amsterdam, en mag dus ook niet zonder toestemming van de uitgeverij gebruikt worden!

Waarom al deze bescherming? Ten eerste willen wij, als uitgeverij, voorkomen dat anderen, hoe goedwillend dan ook, goede sier gaan maken met producten waarvoor wij soms forse investeringen hebben moeten doen. Ten tweede beschouwen we Bob Evers als een A-merk in ons fonds, d.w.z. dat we Bob Evers, als merk, graag omringen met de grootst mogelijke zorg. Deze serie is een van de belangrijkste pijlers onder de uitgeverij en verdient daarom al onze aandacht.

In het verleden werd e.e.a. nogal eens oogluikend toegestaan. Met de komst van allerhande nieuwe media wordt het kopiëren uiterst makkelijk gemaakt. Wij gaan, als eerst-rechthebbende, vanaf nu strenger toezien op het gebruik/misbruik van het copyright. Nogmaals: citeren mag altijd, maar voor het integraal overnemen van tekst, illustraties en/of logo dient men eerst vooraf schriftelijke toestemming te vragen aan de uitgeverij. Wordt dit nagelaten, dan kan Uitgeverij De Eekhoorn gerechtelijke stappen ondernemen tegen diegene, die willens en wetens inbreuk maakt op het copyright. Men zij dus gewaarschuwd!

Namens Uitgeverij De Eekhoorn BV,
Fred Kanters
afd. Public Relations

Met dank aan Paul Vinkenoog en Mr. S. H. de Bruin voor hun adviezen.





Uitslag tweede Bob Evers Quiz
Jeanette X


  1    „De vellen!”
p. 108, „Jacht op het koperen kanon” :
Bob gaat naar het Parkhotel om Jeffries in de gaten te houden. Jan vraagt voor de grap of hij zich niet moet vermommen. „Ik zal een paar losse vellen aan mijn rooie neus hangen, net als jij,” kaatste Bob terug, „om me te camoufleren. Adie. Als ik sneuvel broeders, wreek me.”
„De vellen!” zei Arie.

  2    Wat is de Engelse vertaling van Appie-kim?
p. 191, „Drie jongens als circusdetective” :
„Het is appie-kim.” (...)
„What does it mean: Appie-kim?” ( ... )
„Hunky-dory,” zei Bob. „Of okédoke. Of Okay.”

  3    Wat deed Crick Darry nog meer toen hij in Tripolis een auto huurde?
p. 82, „Een speurtocht door Noord-Afrika” :
p. 82 „Crick zat in zijn zakken te zoeken, maar hield er mee op toen hij ontdekte dat hij zijn laatste aan de Arabier had meegegeven (... )” en op p. 86 „Toen hij zijn sigaret wegwierp (...)”
Sigaretten kopen, dus!

  4    Hoe kwam Bob weer uit de speelgoedtreintjesfabriek en waarom is dit merkwaardig?
p. 170-71, „Een dollarjacht in een D-trein” :
(Bob draaft langs het hek). „Erover klimmen zonder touwladder was vrij lastig.”
„Zag Bob tot zijn stomme verbazing de zijden touwladder hangen, maar op een geheel andere plaats.”

  5    De overname van het schrijfwerk door
Peter de Zwaan ging niet helemaal vloeiend. Wat ging er mis?
p. 180/184, „Kloppartijen in een koelhuis” :
Arie sleept Ivo Livi uit de auto. „Vooral Jan had met een innig genoegen de kleine Livi de koelcel ingesleept.”
p 24, „Superslag in een supermarkt” :
Hier ligt Ivo Livi weer „vrolijk” achterin de auto waar Borrini in ontsnapt, dat wil zeggen: Borrini ontdekt dat hij al een tijdje met Livi rondrijdt.

  6    Hoe heet Arie in het Engels?
p. 166, „De jacht op het Koperen Kanon” :
„Art!” juichte Bob. „For heavens sake! Where have you been!”

  7    Wat is de oorspronkelijke naam van de Frisco?
p. 94, „Avonturen in de Stille Zuidzee” :
„Zij wisten alras, dat de oorspronkelijke naam Franklin Roosevelt was geweest.”

  8    Wat is het favoriete toetje van Bob?
Meerdere plaatsen natuurlijk, maar deze keer: p. 10, „Superslag in een supermarkt” :
„Bob wilde natuurlijk een bak sla met ijs (…)”

  9    De bolle, de lange en ... wie ook al weer?
in „Drie jongens als circusdetective”, verschillende plaatsen :
De bolle, Mark de lange (met het litteken) en Luuk de manke.
Bijna iedereen dacht dat we Jan, Bob en Arie bedoelden...

10    Hoe herkent men een Roos-boot?
Tja, die dingen hebben verschillende kleuren kwamen we achter:
p. 6, „Avonturen in de Stille Zuidzee” :
„De Roos-boten met een groene band om de pijp, waarop een witte roos.”
p. 21, „Kunstgrepen met kunstschatten” :
„De roomwitte schoorsteen met de blauwe roos erop”
p. 6, „Kloppartijen en een koelhuis” :
„...Roos in groene band...”

11    „Heel de club is weer bijeen, allemaal gekken ...”?
aangevuld: allemaal gekken.
Dit is te vinden op diverse plaatsen. w.o. „Tumult in een toeristenhotel” :
„Heel de club is weer bijeen, allemaal gekken, allemaal gekken,” zong Arie.
Bob Evers belegert Fort B





Kennismaken met de Bob Evers serie
Rob Krassenberg te Veghel


Eind zestiger jaren, ik was toen 9 jaar, kwam ik voor het eerst in aanraking met de Bob Evers serie. Ook toen las ik al veel, zodat het wekelijks rantsoen van twee maal twee boeken van de openbare bibliotheek, en een boek daar lezen, niet genoeg was om mijn leeshonger te stillen. Die beperking was mij opgelegd door mijn moeder die vond dat, bij mooi weer, buitenspelen veel gezonder was dan binnenzitten.
In dat jaar ontdekte ik, misschien wel tijdens dat gezonde buitenspelen, een particuliere bibliotheek waar je, op woensdag en zaterdagmiddag boeken kon lenen. Dat kostte dan, een dubbeltje of een kwartje per boek. Er werden boeken verhuurd die ze in de openbare bieb niet hadden, zoals Bob Evers, De Hardy’s en de ATO reeks van Klaas van de Geest.
Nadat mijn moeder van de noodzaak van een lidmaatschap overtuigd was werd het compromis bereikt van 1 maal per week 1 boek huren. Het eerste boek dat geleend werd was „Drie Jongens als Circusdetective”. Dat vond ik een schitterend boek. Dit was een avontuur dat mij ook kon overkomen. Dat begin is zo eenvoudig en goed voorspelbaar. Een doos treintjes vinden die van een vrachtwagen afgevallen is. En een circus was ook al zeer herkenbaar. Elk jaar stond Toni Boltini schuin tegenover ons huis, aan de andere kant van de gracht, voorstellingen te geven. Ik ben weggedroomd bij dat boek. Daarna was ik natuurlijk verkocht en heb ik zo snel mogelijk alle daar voorhanden zijnde delen gelezen en herlezen. Als ik nu terugdenk aan die zomer dan herinner ik mij vooral dat ik in de tuin, in de zon, met een glas ranja, een Bob Evers lag te lezen.
Hooguit de helft van de serie was in de bibliotheek voorhanden. Waarschijnlijk was het zo dat. indien een boek stukgelezen was het niet meer vervangen kon worden, daar de serie na ’65 uitgegeven werd in pocketvorm. Alle boeken van deze uitleen waren gebonden en netjes gekaft met bruin pakpapier. Op de rug van de boeken zat een wit papiertje voorzien met daarop de titel van het boek en de naam van de schrijver, en pockets zijn nu eenmaal slecht te kaften. Een paar jaar later is de uitleen opgeheven. Misschien waren ze al wel aan het afbouwen.
Begin zeventiger jaren heb ik mij toen, met het geld dat verdiend werd als hulpje van een melkboer, de complete serie in pocketvorm aangeschaft. Vijf jaar geleden kwam ik in een tweedehands boekwinkel een oude gebonden Bob Evers tegen. Naar aanleiding van die vondst ben ik toen de gehele serie weer gaan herlezen. Weer was ik gefascineerd door de herkenbare jongensdromen zoals Willy van der Heide die vertelde. Nu probeer ik de boeken in gebonden editie met stofomslag terug te vinden. Ik moet er nog acht.






Onder het vergrootglas
Joyce & Co.


B.30 volgt op wat ik als laatste trilogie van vintage-Van der Heide beschouw, het avontuur rondom de schilderijensmokkel die uiteindelijk naar de Duitse bunker vol kunstschatten bij Frankfurt leidt. Na deze trilogie is de sjeu uit de serie; ook delen 31 en 32 („Arie Roos wordt geheim agent” en het onzinnige vervolg daarop, „Cnall-effecten in Casablanca”) lopen nergens op uit; de jongens zijn te oud geworden, er is geen vakantiesfeer meer, ze zijn semi-profs geworden, de avonturen zakken af tot het niveau van een derderangs politie-serie.
Onze drie helden zijn uit hun karakters gegroeid! Nu kunnen ze echt geen korte broek meer aan. Daarna krijgen we het onduidelijke deel 33, „Een zeegevecht met watervrees”, de twee atypische delen waarmee Willem leek de serie te willen hervatten, en dan neemt
Peter de Zwaan het over...
Veel van de avonturen beginnen met een scene dat de drie jongens thuis ronghangen, of in een hotelkamer (Arie in de raamopening, Bob liggend op bed, strips lezend en met een half oog naar de World Series van het Honkbal aan het kijken, en Jan aan een tafeltje om de rekening op te maken en de kas bij te werken). Meestal volgt dan een telefoonscène met een van de vaders, waarin een nieuwe opdracht wordt gegeven, of, in geval van een vervolgdeel, op behendige wijze een recapitulatie wordt gegeven van de stand van zaken en het voorafgaande avontuur. Meestal is zo’n openingsscène - ik heb het er al eens over gehad dat Willy van der Heide typisch een „scène-schrijver” is - op zijn best wanneer hij de scène, op filmische wijze, kan uitwerken tot een slapstick, naar het model van de Amerikaanse film, hij schrijft niet op „topische wijze”, door het uitdiepen van een onderwerp en dan op een volgend over te gaan. Meestal duurt zo’n openingsscène enkele bladzijden. Het is functioneel, maar moet niet te lang duren, want de trouwe lezertjes hebben immers het vorige deel al gelezen.
Maar in deeltje B.30 duurt de scène van het rekening opmaken tot bladzijde 14, wanneer het telefoonbericht komt. Hier is dat niet functioneel want de vorige trilogie is afgerond, en „Heibel op Honoloeloe” is een op zichzelf staand avontuur.

De drie jeugdige, moderne avonturiers Arie Roos (dik en sproetig), Jan Prins (secuur en zuinig) en Bob Evers (Amerikaan uit Pittsburgh, Pennsylvanië) hingen die dag tussen twee avonturen in. Een ervan hadden zij juist achter de rug en daar waren die veertigduizend gulden van over gebleven. Het volgende stond als het ware om de hoek van de deur te wachten. Dat wisten ze nog niet, maar dat zouden ze vrij snel bemerken.

Volgens mij wist de schrijver zelf ook nog niet wat het moest worden. Hij pakt zó breedvoerig uit met de niet ter zake doende afhandeling van de rekeningen en losse eindjes van de vorige trilogie, dat hij tijd lijkt te rekken. Die gehuurde Ford, waarover Jan een brief aan de verzekering aan het schrijven is, de auto die door Jerry Miller (Fuller) in het kanaal bij Humbeek is geduwd, die zijn we toch allang vergeten ... Waar gaat het héén?
Ik voor mij houd het meest van dit soort „tussen-scènes” waarin de handeling is stilgevallen en de verwachting daarom des te groter. Zo’n scène kan mij niet lang genoeg duren.
Nu is mij, tijdens de recente tweede vergadering van het Bob Evers Genootschap (de eerste was de oprichtingsvergadering), in de herinnering geschoten hoe Willem Waterman, zoals wij hem kenden, eens uitvoerig verteld heeft hoe graag hij een deeltje helemaal zou willen reserveren voor het aan elkaar knopen van de losse eindjes van een vorig avontuur. Het betalen van de hotelrekeningen van hotels waaruit ze plotseling zijn weggelopen, het terugvinden van achtergelaten auto’s, het verbinden van de wonden, het wisselen van de valuta’s en het verdelen van de winst, de moeizame overgang van het avontuur naar een nieuw schooltrimester (met Bob ver weg in Amerika), het volgen van de eventuele rechtszaken tegen de boeven. Dit alles zou natuurlijk gebeuren in het kader van een persoonlijk contact met Willy van der Heide, aan wie ze alles, achteraf, uitgebreid vertellen zodat hij de avonturen te boek kan stellen. Een fantastisch idee, zo'n „tussendeeltje” om de rekening op te maken. En dát had natuurlijk B.30 moeten worden. Willem was, nu de echte Bob Evers-avonturen zo’n beetje afgelopen en uitgeschreven waren, van plan een slotdeel te schrijven, met een soort algemene terugblik.
Waarschijnlijk vond de uitgever het niet zo’n best idee. De serie moest immers vóórt. De jongens moesten, zoals wij allemaal wensen, eeuwig jong blijven. Maar dat kan nou eenmaal niet. Er begon iets te wringen. Vandaar de onduidelijke semi-prof status in het vervolg.
Helaas kwam er toch heibel van, op Honoloeloe.









Nieuwsbrief 7

Nieuwsbrief 8
als pdf

Nieuwsbrief 9

Register van
de Nieuwsbrief

Startpagina van
de Nieuwsbrief

Startpagina van
de Apriana